Mijn collega Rebalancer plaatst een hand onder mijn heiligbeen en de andere hand op mijn buik. Ik word uitgenodigd diep in mijn bekken te ademen. Mijn bekken gaat een beetje bewegen. Doordat de Rebalancer dit aanmoedigt, worden de bewegingen groter en schokkerig. Het lijkt of er een gevecht in me plaatsvindt. Ze vraagt me wat het is.  “Misschien is het kwaadheid”, zeg ik. Waarop ze antwoord “Laat dat ‘misschien’ maar weg” en ja… daar komt het. De hel breekt los.  De energie komt vrij met een diepe schreeuw en heftige bewegingen en het lijkt op een bepaald moment dat ik niet genoeg adem krijg om de heftige stroom toe te laten.

Ik voel me super veilig in deze workshop met collega’s. Ik ben niet de enige bij wie er veel loskomt en daardoor kan ik mezelf helemaal laten gaan. Alhoewel er geen verhaal in mijn hoofd is weet ik dat het van diep en ver komt. Zo wonderbaarlijk, dat lijf.

Wel weet ik dat ik als kind een teruggetrokken overlevingsstrategie had. De keren dat ik boos geweest ben kan ik dan ook op één hand tellen. En die momenten herinner ik me als de dag van gister. Eén moment wat me goed bijstaat was dat ik zó boos op mijn broer en zus tegelijk was dat ik een glas dat ik toevallig in mijn hand had, keihard naar hun hoofd slingerde en omdat ze op tijd aan de kant sprongen, in duizend stukjes tegen de muur uiteen kletterde.

Een ander moment was dat ik razend was op mijn moeder. Het was rond kerstmis.

Ik heb een relatie met Lewis van 56 jaar en het lijkt me leuk mijn moeder en mijn zus uit te nodigen om naar Utrecht te komen om samen naar de Stadschouwburg te gaan. Dan kan mijn moeder kennis met hem maken. Ik dacht dat ze dat leuk zou vinden omdat ze ongeveer dezelfde leeftijd hebben.

Na de voorstelling gaat Lewis naar huis en mijn moeder en mijn zus gaan met mij mee naar de studentenflat, om de volgende dag samen naar Limburg te rijden. De Sinterklaas surprise die ik voor een huisgenoot gemaakt had, stond nog op de wc. Het was een levens grote pop van krantenpapier, die ik mijn kleren had aangetrokken met een gezicht van papier maché.

Voordat we gaan slapen gaat mijn moeder naar de wc en als ze terugkomt zegt ze dat ze geschrokken is. Ik neem aan dat ze geschrokken is van de pop en vertel haar over het geslaagde  Sinterklaasavondje dat we in huis hebben gehad. We gaan slapen.

De volgende ochtend praat ze weer over haar schrik. Ik begrijp nu dat het niet over de pop maar over Lewis gaat. Ze is geschrokken omdat hij zo oud is. Ik voel me beledigd. We praten nauwelijks meer de hele weg naar Limburg. Tijdens die reis van ongeveer 2 uur tollen mijn gedachten door me heen en probeer ik ze op een rijtje te zetten. Ik voel me verward én boos.

De avond vóór kerstmis maakt mijn moeder wéér een opmerking over Lewis. Dát is het moment dat de bom barst. Ik val tegen haar uit. Al mijn opgekropte woede van de dagen ervoor komt eruit. En niet alleen dat. Het verhaal van het seksueel misbruik met Meneer Riksen, de man die zijn paarden op onze boerderij had staan en van wie ik en mijn zus jaren paardrijles heb gehad tijdens mijn tienertijd, komt er ook uit. Toen ik 17 was heb ik mijn moeder over het misbruik willen vertellen. Dat was nadat ze had gezegd dat ze erachter was gekomen dat Meneer Riksen meisjes die hij paardrijles gaf seksueel had misbruikt. Maar ze draaide zich plots om. Ik bleef in verwarring achter en heb daarna mijn mond gehouden.

In mijn boosheid schreeuw ik  ’…en je wilde niet horen dat Meneer Riksen dat met mij óók  heeft gedaan’.

Omdat ik me nu eindelijk eens volledig kon uiten kwamen we in de maanden erna in gesprek over wat in het verleden gebeurd was. Ik begreep mijn moeder pas toen ze haar eigen verhaal met me deelde, dat ze zelf óók misbruikt is geweest vroeger door de pastoor. Ze was ervan overtuigd dat ze dat allemaal verwerkt had. Dat geloofde ik natuurlijk niet, maar ik kon bergrijpen dat zij niet de kans heeft gehad om ervaringen te verwerken als dat ik dat heb gehad.

Na de workshop voel ik me heerlijk: krachtig en verbonden. Het is een understatement om te zeggen dat het lekker is om je energie te laten stromen. Blijkbaar lagen er nog stukjes van mijn verhaal verborgen in mijn lichaam. Ik was het me niet bewust. Heftige ervaringen die geen plek gekregen hebben begraven we ergens in ons lijf. Totdat er een moment is dat het veilig genoeg is om het alsnog een plek te geven. Bij lichaamswerk weet je niet van tevoren waar het uit komt omdat de inhoud in het onbewuste deel van je mind zit.

En nu ben ik benieuwd of jij je wel eens terug gehouden hebt en er verlangen is om jezelf vanuit veiligheid volledig te uiten?